Terug naar overzicht

Personen met dementie: een gesprek met Jurn Verschraegen

Personen met dementie; inspraak en autonomie.

De afgelopen weken kregen we toch wel wat vragen binnen van onze Tubbe Huizen over personen met dementie.

Niemand beter dan Jurn Verschraegen directeur van het Expertisecentrum Dementie Vlaanderen om eens bij aan te kloppen. Een bevlogen iemand die onmiddellijk inpikt op onze vraag!

Jurn Verschraegen: “Het klopt dat mensen met veel vragen zitten. Wij ervaren dat elke dag. Hoe kán je mensen nog betrekken, wanneer kan dat, hoe, wie moeten we nog inschakelen, zijn er schalen die ons kunnen helpen om de betrokkenheid te zien van een persoon, enzoverder. Dat mensen zoekende zijn is niet verwonderlijk, het vraagstuk is ook niet zomaar te beantwoorden. Belangrijk is dat we niet zomaar een romantisch beeld rond dementie ophangen. Het is toch ook een verhaal van verlies. Maar – ook al zijn er geen woorden meer: mensen zoeken naar methodieken en schalen die helpen de betrokkenheid van de persoon te zien of meten. Mijns inziens blijft de  belangrijkste sleutel: doe normaal, praat zoveel mogelijk met de mensen zelf.”

Cruciaal daarbij is dat op een zorgzame manier te doen. Laat vooral de persoon met dementie niet de makkelijke excuustruus worden. Niet van: “Ja maar we vroegen het aan de mensen met dementie en er kwam geen reactie”. Zoek naar een methodiek die de vraagstelling vereenvoudigt en vertrek meer vanuit de non-verbale reactie van de persoon met dementie. Een plaatsvervangende beslissing gebeurt best steeds op een ethische manier, waarbij je je afvraagt: hebben we er echt alles aan gedaan om de visie en de waarden van de persoon met dementie mee te nemen?

Geen eenvoudige opdracht?

Jurn: “Nee dat klopt, eigenlijk moet je de vraag stellen in welke mate er inspraak is voorzien – ook bij Tubbe Huizen. Hoe kom je te weten wat iemand echt wil als de woorden soms ontbreken? Persoonlijk ben ik grote voorstander van triadisch werken: “Zorg, familie en bewoner – samen”.

We weten immers uit onderzoek dat familie dikwijls minder positief kijkt dan de professionele zorgverlener. Men kijkt heel vaak naar de persoon zoals die vroeger was. “Ons mama gaat dat niet meer kunnen” zegt men dan terwijl blijkt dat ze nog van een zangeactiviteit geniet en zelfs actief meeneuriet. Een zorgverlener zal soms wel doorzetten om iets tedoen en denkt: “die kan dat wél nog”.

Hoe pak je dat best aan?

Wij verwijzen graag naar het referentiekader dementie;  een  inspirerend document dat zes fundamenten van goede zorg blootlegt: beeldvorming, normalisatie, autonomie in geborgenheid, afgestemde zorg, mantelzorgers en naasten en professionele zorgverleners en vrijwilligers.

Op de komende intervisie op 28/10 zal Jurn Verschraegen aanwezig zijn om in een van de sessies in  te gaan op autonomie, inspraak en personen met dementie.

 

Alvast meer weten over het referentiekader:  Ik, jij samen, mens kan u vinden op dementie.be