‘Tubbe coachen: van een complexe eenvoud’ – Interview met 2 Tubbe-coaches
Tubbe oogt eenvoudig : het model is gebaseerd op relatiegerichte zorg en op empathisch luisteren. Toch is het voor de woonzorgcentra die ermee aan de slag willen, een uitdaging waar het beleid en de medewerkers niet altijd klaar voor zijn. Om hen te ondersteunen biedt de Koning Boudewijnstichting vormen van begeleiding aan, door professionals die gepokt en gemazeld zijn in veranderings- en transformatieprocessen van organisaties. Stéphane Delberghe van Atanor kreeg samen met Benoit Fiévez de opdracht om een pool samen te stellen van mensen die instaan voor de coaching. Wat zijn volgens hen de mogelijkheden?
Is het makkelijk om coaches te vinden die gevoelig zijn voor de Tubbe-filosofie?
‘Eigenlijk wel, want Tubbe is in de woonzorgcentra een vertaling van dynamieken die je ook geleidelijk aan in andere sectoren ziet doordringen. Het gaat om het versterken van de menselijke dimensie, het relationele, welzijn op het werk, levenskwaliteit enz. En dat is ingebakken in de coachingpraktijk. De groep telt momenteel zeven Nederlandstalige coaches en 14 Franstalige, en dat voor de 79 woonzorgcentra die op dit moment meedoen. Sommige coaches komen uit de wereld van de woonzorgcentra, andere uit de non-profit of de gezondheidssector. Stuk voor stuk zijn ze goed gewapend voor kwesties als hoe medewerkers met elkaar omgaan, collectieve dynamieken, het organisatorische ook. Al die dimensies zijn essentieel voor het welslagen van een Tubbe-traject.’
Niet alle woonzorgcentra vertrekken van hetzelfde punt?
‘Dat klopt. Daarom heb ik het liever over begeleiding dan over coaching. In sommige woonzorgcentra die al vóór hun ontdekking van de Tubbe-benadering met participatieve dynamieken aan de slag waren, kan de coach op de achtergrond blijven en antwoorden bieden op specifieke vragen: zorgen voor een bepaalde tool, een competentie verder ontwikkelen, debriefings organiseren over wat men heeft ervaren, een actieplan opzetten voor hoe nu verder… Op andere plaatsen moet je er van bij het begin flink tegenaan gaan: informatiesessies voor het team en de bewoners bijwonen, hier en daar een workshop leiden… Nu, de pandemie heeft uiteraard voor vertraging gezorgd. De woonzorgcentra zijn serieus door elkaar geschud en soms zijn ook de directies vernieuwd. De coach moet in zo’n geval de directie en de teams de tijd geven om zich het project opnieuw eigen te maken en het te lanceren…’
Zijn er teams die aarzelen? Omdat ze niet goed weten hoe het aan te pakken?
‘Tubbe, dat is een horizon. De KBS vat dat in een eenvoudige formule samen: “huizen waar het goed wonen en werken is”. De aanpak is weinig geformaliseerd: er zijn een zestal leidende principes die de acties ondersteunen. Een echt model is er niet, en dat leidt zowel bij de woonzorgcentra als bij de coaches soms tot wat ongerustheid. Tegelijk is het essentieel voor de Tubbe-filosofie. Het idee is dat je begeleiding aanbiedt bij het in beweging komen van alle actoren in de organisatie en dat je een nieuwe dynamiek brengt in hun relaties. Doel is dat het leven stilletjes aan anders wordt. Het is dan ook niet de opdracht van de coach om een woonzorgcentrum in een welomschreven kader te dwingen, wel om te helpen bij het vinden van een eigen manier om een woonzorgcentrum te zijn waar het goed leven is.’
En het werkt, zoals uit de proefprojecten blijkt.
‘Dat mensen getuigen over hun ervaringen is ongetwijfeld de meest efficiënte methode om anderen die zich ongerust maken gerust te stellen. “Het kan, want anderen hebben het vóór ons ook al gedaan!” Om tot zulke gedachtewisselingen te komen organiseren we intervisies met de woonzorgcentra. Tijdens een recente ontmoeting heeft een verantwoordelijke van een pilootproject uitgelegd hoe zij mantelzorgers betrekken. Wat hebben ze gedaan en bedacht, en met welke resultaten? Zo kunnen de deelnemers met meer concrete en overtuigende beelden in hun hoofd aan de toekomst werken. Vergeet niet dat, wat ook de ingang is waarvoor je kiest, het er bij de begeleiding om gaat de competenties en de autonomie van de mensen ter plaatse te versterken. Het mag niet zo zijn dat ze afhankelijk worden van externe expertise.’
We hebben het hier over een proces van lange adem?
‘Het klopt dat dit de tijd nodig heeft die het nodig heeft. Als je vroegtijdig stopt, riskeer je terug te keren naar een vorig evenwichtspunt. Dan zijn er misschien wat kleine veranderingen gebeurd, maar de “cultuur” van de organisatie zal niet geëvolueerd zijn. Terwijl het bij Tubbe niet gaat om micro-aanpassingen, maar om een verandering van je DNA. Dit is niet zomaar even een avontuurtje: de onderlinge relaties, het beheer, de gewoontes, de manieren van functioneren… Alles kan hierdoor veranderen. Van woonzorgcentra wordt verwacht dat ze écht luisteren naar de behoeften van de bewoners en de medewerkers. Er moet ruimte worden gemaakt voor dialoog en op basis van die elementen moeten ze in beweging komen. Dat is ook wat er van de coaches wordt verwacht: luisteren naar de behoeften, de vragen, de intenties, de limieten waar woonzorgcentra op botsen. Je moet hen ondersteunen in wat ze aan het doen zijn, in hun tempo en op het punt waar zij staan. En dan moet je de gedragingen geleidelijk aan aanpassen, waarbij je rekening houdt met hun draagkracht.’
Klopt het dat er Tubbe-huizen zijn waar de bewoners zelf niet erg opgezet zijn met het traject?
‘Ik zou dat zo niet zeggen. Uit de evaluatie van de proefprojecten blijkt dat sommige bewoners niet wensen deel te nemen aan werk- of denkgroepen: dat is een kwestie van generaties, van keuzes, van de wens om zich in deze welbepaalde fase van hun leven te settelen… Anderen zijn daar wél toe bereid en zijn zelfs enthousiast, vooral in groepen waar je een concrete, directe weerslag ziet van wat ze doen: de organisatie van een feest, de keuze van de menu’s… De uitdaging lijkt groter aan de kant van het personeel. De directies vragen zich vaak af : “Hoe krijgen we ons team mee?” Als Tubbe het welzijn van iedereen wil verbeteren door relatiegerichte zorg, heeft een medewerker dan het recht om niet mee te doen met die dynamiek? Is het denkbaar dat je werkt met teams in twee snelheden: zij die écht mee en betrokken zijn, en anderen die meer op de achtergrond blijven? Eén van de rollen van de coach is ervoor te zorgen dat een dergelijke problematiek bespreekbaar is en dat er binnen de organisatie mee aan de slag wordt gegaan.
Als we Lilian Hansson (de trekker van Tubbe in Zweden) mogen geloven, is niets makkelijker en evidenter dan de methode Tubbe. Maar in de praktijk blijkt het allemaal veel gecompliceerder…
‘Niet gecompliceerder maar wel complex. In de etymologische zin van het woord: het gaat hier om een weefsel dat je samen maakt. Als je werkt met de Tubbe-filosofie, dan ga je aan de slag met de complexiteit van het weefsel dat menselijke relaties zijn, ook organisatorisch en structureel. Maar je vertrekt van één eenvoudige en fundamentele actie: luisteren naar de ander. Voor wie verantwoordelijk is voor een woonzorgcentrum, voor het personeel, de bewoners en ook de families, maar ook voor de coaches-begeleiders, is dat een manier van werken die onvermijdelijk vraagt dat je evolueert in je praktijk, je houdingen en je persoonlijke en professionele identiteit. Maar het is absoluut de moeite waard!’
Ontdek meer verhalen
De ronde van Frankrijk staat niet op ons programma, maar….
Maar de Sakuratrappers hebben ambitie!
“Talent met goesting” het is zowat de essentie …
“Franck Liebeer vzw WV het Dak & Noordhinder” & Katrien Van Acker (vrijwilligerscoordinator)