Terug naar overzicht

‘Wij werken in het huis van de bewoner’ – Interview met wzc Zilvervogel in Rekkem

Er staat sinds kort een wasmachine in De Myrthe, de woonvorm waar wzc Zilvervogel Rekkem met Tubbe is begonnen. Het was een wens van de bewoners om nu en dan zelf een wasje te kunnen doen. Daar is men op ingegaan, hoewel de directie wat vragen had. Ziedaar Tubbe in de praktijk van elke dag.

Bewoonster Jacqueline Vandenbussche en directeur Els Bamelis zijn onze twee gesprekspartners in een gesprek over wat Tubbe voor Zilvervogel Rekkem betekent. Trekster Laurie Saelens antwoordde vooraf op vragen. Els en Laurie: ‘Onze missie, visie en onze kernwaarden hadden al veel overeenkomsten met Tubbe, met kernwoorden als “open”, “creatief”, “samen”, “warm”. Eigenlijk gaat het altijd over welzijn, en daar zijn veel methodieken voor. Je hoeft daarom het woord “Tubbe” niet te gebruiken. Ik hoor veel directeurs zeggen: “Ja maar, Tubbe, participatie, autonomie, inclusie… Eigenlijk doen wij dat, zonder het zo te noemen.”’

‘De opdracht is dat je die mooie woorden in de praktijk moet doen leven. Dat je bereid bent vaste structuren los te laten, en dynamisch en flexibel bent. Daarom zijn we blij dat we deze kans hebben gekregen: onze consultant Mieke Vandorpe biedt een structuur aan om het traject op een methodische manier te doorlopen, samen met de bewoners en medewerkers. Ook al zit niet iedereen meteen op dezelfde lijn.’ Laurie vult aan: ‘De basisgedachte “wij werken in het huis van de bewoner” komt uit dat traject. We hebben intussen geleerd dat in kleine veranderingen grootse dingen kunnen zitten, en dat je het niet altijd ver moet zoeken of groot moet maken.’

Jacqueline: ‘Het is Els die hier als directeur Tubbe in gang heeft gezet en die stap voor stap van de theorie naar de praktijk gaat. Zij speelt een zeer belangrijke rol om haar medewerkers mee te krijgen en te motiveren.’

Jaknikkers

Wat betekent dat in de dagelijkse praktijk van Zilvervogel? Els: ‘Je herbront eigenlijk op het vlak van je waarden. Warmte, creativiteit, samen, open: waar staat dat nu écht voor? Wat betekent het op de werkvloer? Wat is ons doel, wat kan er beter? Als je dat methodisch aanpakt, zoals wij nu doen, dan begin je bij de basis: de bewoners, de bewoners samen met medewerkers, de medewerkers samen…’

Laurie: ‘Zo hebben de bewoners eerst in een grote collage hun wensen voor een ideaal woonzorgcentrum verwerkt: een gezellige thuis, lekker eten, ruimte voor ontmoetingen en hobby’s… De medewerkers maakten een denkoefening vanuit het perspectief van de bewoners en hielden gesprekken met hen. Uit dat geheel kwamen acht thema’s, die de bewoners en medewerkers vervolgens hebben gerangschikt. We zijn dan eerst aan de slag gegaan met de top drie: “open huis voor familie”, “inrichting living” en “structuur op maat”.’

Els: ‘Onze teamcoaches spelen in het proces een belangrijke rol, maar zij zijn zeer druk bevraagd en de dingen van de dag doorkruisen vaak hun plannen. Daarom hebben wij ook gezocht naar ankers binnen de teams, trekkers die onze teams op het vlak van visie en coaching versterken. Het gaat dan om mensen die mee zijn én die in een groep kritisch durven zijn voor het team zelf en voor de directie. Zij zijn in zo’n traject heel waardevol. Niet iedereen is daartoe geroepen. Dat heeft mijn ervaring van 33 jaar me wel geleerd… Bij aanwervingen zoeken we ook medewerkers die onze visie onderschrijven en die in de praktijk kwaliteit mee vorm kunnen geven.’

Jacqueline: ‘Maar wij hebben als bewoners ook onze verantwoordelijkheid. Er moet gediscussieerd worden over wat we willen. Er moet samenspraak en ook kritiek zijn. Met jaknikkers ben je niet veel. Of met mensen die in een vergadering zwijgen en pas achteraf van alles weten. Dat brengt geen aarde aan de dijk. Daarom ben ik ervoor om dingen in een grote groep te bespreken, niet direct in kleine groepjes. Dan kan iedereen het zijne zeggen en hoort iedereen ook van mekaar wat er gezegd wordt.’

‘Met Tubbe gaat ons leven hier de goede kant op, want ik heb als 92-jarige met familieleden nog andere tijden meegemaakt in rusthuizen… Deze methode is veel losser. Je krijgt een luisterend oor, er wordt rekening gehouden met je privacy en karakter, en we hebben meer inspraak. Want ja, niet iedereen wil hetzelfde. Dat je mag zeggen wat er in je leeft, dat doet veel deugd. Wij willen ons hier thuis voelen, op ons gemak. En eigenlijk zeggen we te weinig hoe goed het hier is… De lekkere maaltijden, de vriendelijkheid van de medewerkers, de flexibiliteit…’

Risico

Zilvervogel is geen eiland. Hoe laat je aan de buitenwereld weten dat je aan een veranderingstraject bezig bent? Els: ‘We laten op alle mogelijke manieren weten dat we ermee bezig zijn. Zo zijn we sterk op sociale media, maar we werken ook met nieuwsbrieven en de bewonerskrant. In de gebruikersraad komt het aan bod, en ook in de woonvormen waar we nog niet echt gestart zijn met de methodiek. Ook daar proberen we bewoners al te stimuleren om te participeren. Je moet het zien als een way of life, een cultuur die je installeert. Daarom is het zo belangrijk dat ook families mee zijn. Dat is niet altijd simpel en geeft soms conflicten: mag moeder zelf haar medicatie beheren op haar kamer? Dat is een voorbeeld van een mogelijk conflict waarin wij de kaart van de bewoner trekken, samen met de arts. We proberen daarover dan te onderhandelen.’

‘In het algemeen zie ik trouwens dat het met Tubbe makkelijker werken is in kleinere groepen met een vast team. En ik wil er ook voor waarschuwen dat je je niet alleen op de sterkste bewoners mag richten, de meest mondige mensen. Dat is een mogelijk risico en daar werken wij als team aan: door de communicatie van mensen die zwakker zijn te ondersteunen. Door ook hún stem gewicht te geven. Mensen moeten ook weer leren om voor zichzelf op te komen, vaak na een rouwproces of een periode in het ziekenhuis.’

‘Als ik nog even terug mag komen op het voorbeeld van de wasmachine aan het begin: het is heel belangrijk dat het bestuur wordt geïnformeerd over Tubbe en over wat het moet worden. Het is vaak geen makkelijke oefening om standaarden los te laten en duidelijk te maken binnen welke contouren Tubbe vorm kan krijgen. Wij brengen over naar het bestuur wat voor onze cliënt belangrijk is. Dat is een dynamisch gegeven. Ook voor het bestuur is Tubbe dus een blijvende denkoefening en uitdaging. Het plaatsen van een wasmachine met jetons is maar een klein voorbeeldje.’

93/100

Het bijna-slotwoord is voor Jacqueline: ‘Ik leef met de spreuk: oud worden is een gunst, maar oud zijn is een kunst. Wij hebben ons warm nest moeten verlaten en ons moeten toevertrouwen aan vreemde mensen omdat we hulp nodig hebben. Dat is ingrijpend, maar het is mij gelukt. En zij moeten zich aanpassen aan ons en ons karakter. De directeur speelt een heel grote rol in de sfeer die er hier is en ook in zo’n verandering als Tubbe. Daar hebben wij veel geluk mee. Én met onze goede kok en keukenteam, die óók naar ons luisteren. Dat zijn dingen waar je je aan optrekt als je eens in de put zit: vanmiddag wordt het lekker eten! Nee, ik ben hier heel content. Iedereen is altijd vriendelijk en welgezind. Ik zeg dat vaak aan mijn familie. Ik geef 93% aan Zilvervogel.’

Els: ‘Zo zie je maar dat er nog altijd ruimte is voor verbetering. (hilariteit aan de Zoom) Daar werken we hier met veel goesting aan. Ook onze bewoners.’

 

P.S.: Uiteraard spraken we ook over corona, en de zware uitbraak in Zilvervogel, die heftige tijden beleefde en waarin vaak snelle beslissingen moesten worden genomen. Dan dreigt er een terugval in oude gewoontes. Maar de coronacrisis versterkte ook de banden en de solidariteit tussen medewerkers en bewoners, en ook binnen de teams zelf. Els: ‘Wij hebben met bewondering gekeken naar de kracht die in mensen schuilt, zeker ook bij bewoners.’